Blog

Aarding

Aarding (MALT) wel het belangrijkste element in de veiligheid van de elektrische installatie. Het bestaat uit het in alle veiligheid afvoeren van de lekstroom, in het geval van een isolatiefout op een apparaat, naar de natuurlijke aarde via een koperen geleiderdraad (of aarddraad). Aarding moet worden gekoppeld aan een differentiaalschakelaar om effectief te zijn, omdat deze de installatie automatisch uitschakelt zodra er een storing optreedt.

Zonder deze bescherming zou de lekstroom het menselijk lichaam kunnen gebruiken om te ontsnappen en de grond te bereiken. Afhankelijk van de intensiteit kan dit ernstig lichamelijk of hartletsel veroorzaken. Door de aarding kan de elektrische installatie dus in alle veiligheid werken en worden mensen beschermd tegen elk risico van elektrificatie.

Het is het beste om deze installatie door een professional te laten doen om ervoor te zorgen dat deze correct wordt uitgevoerd. Dit deel van de installatie zal in ieder geval onderdeel uitmaken van de besturing van de elektrische installatie.

De verschillende elementen die worden gebruikt voor aarding zijn:

De grondlus

Het bestaat uit een massieve geleider met een ronde doorsnede zonder lassen.

Dit systeem wordt gebruikt voor alle nieuwbouw waarvan de fundering meer dan 60 cm ingegraven is. Daar grondlus moet op de bodem van de uitgraving worden geplaatst, direct in de grond, onder de buitenmuren van het gebouw, en bedekt met aarde om mogelijk contact met andere materialen te voorkomen. 

De uiteinden van de aardingslus moeten toegankelijk zijn en verbonden zijn met de aardingsschakelaar waardoor de installatie eventueel kan worden losgekoppeld van het aardingssysteem. Het kan ook worden gebruikt om aardlekweerstand te meten. Als er meer dan één geleider wordt gebruikt, moeten deze in serie worden geplaatst en moet elk uiteinde toegankelijk zijn.

Bevestigingsmiddelen moeten van een materiaal zijn dat geen corrosie veroorzaakt, bijvoorbeeld koper.

De aardelektrode

Het is een staaf of paal die, eventueel met behulp van een pneumatische hamer, in de grond wordt geplant op een diepte van minimaal 60 cm (dus onder de vorstgrens) en idealiter boven onder de permanente luchtvochtigheid. 

de grond staaf moet een minimale lengte hebben van 1,5 m. Als het is gemaakt van gegalvaniseerd staal, moet de dikte van de flens en het lijf groter zijn dan 4 mm. Als het uit een koperlegering bestaat, is de minimale dikte 3 mm.

De grondbalk moet ook een minimale lengte hebben van 1,5 m. Als het is gemaakt van gegalvaniseerd staal, moet de diameter 19 mm zijn. Als het van koper is, moet de diameter 14 mm zijn.

Dit systeem heeft het voordeel dat het economisch is. Het maakt het ook mogelijk om diepere en vochtige grondlagen te bereiken.

Wanneer de grond rotsachtig is en het niet mogelijk is om een verticale aardelektrode te plaatsen, is het mogelijk om een verticale elektrode te plaatsen. Het bestaat uit een ronde massief koperen geleider met een diameter van minimaal 35 mm² (en eventueel omhuld met lood) en moet op een diepte van minimaal 80 cm worden geplaatst.

beschermende geleider

De beschermende geleider wordt gebruikt tegen indirecte contacten en het verbinden van massa's met andere massa's, met vreemde geleidende elementen, met een aardelektrode, met een met aarde verbonden geleider of met een actief deel dat met aarde is verbonden.

De aardgeleider is een koperen beschermingsgeleider die de verbinding maakt tussen de staaf en de aardingsschakelaar. Het heeft een groen/gele isolatiemantel en een minimale doorsnede van 16 mm².

Hoofdaardingsklem

Dit is de aansluitklem tussen de 2 delen van de aardingsinstallatie, het ondergrondse deel en het deel dat zich aan de oppervlakte bevindt. Meestal wordt het in de buurt van het verdeelbord geplaatst.

Weerstandswaarde

Dit is de weerstand tussen de aardelektrode en de aarde eromheen. De waarde van de aardingsweerstand mag niet hoger zijn dan 100 Ω (voor een stroomonderbreker met 500 mA differentiaalbeveiliging). Als deze waarde wordt overschreden, moeten er meer gevoelige differentiaalapparaten worden geïnstalleerd.

Deze meting wordt gedaan met behulp van een sonde. Dit is een tijdelijke aardelektrode die in de grond wordt geplaatst in de neutrale zone die de aardelektrode en de hulpaardelektrode gemeen hebben.

Een vraag?

Een vraag? Onze makelaars staan voor je klaar! Contacteer ons op 02/726.64.04 of via ons contactformulier: https://order.atlascontrole.be/

Deel dit bericht

Een reactie achterlaten